Actueel

Auteur

Boeken

Essays

Opinies

Interviews

Contact

‘Ergens tegen zijn is niet genoeg, je hebt een alternatief nodig’

Buurtactivist en publicist Manu Claeys vertelt - 2 april 2008

U bent actief bij stRaten-generaal. Wat voor organisatie is dat juist?

Manu Claeys: We zijn in 1999 ontstaan als reactie op het rooien van de Japanse kerselaars rond het Museumplein in Antwerpen. Daar was veel protest tegen, toen men in het holst van de nacht die bomen is komen weghalen. Dit is niet voor herhaling vatbaar in een goed functionerende democratie, vonden wij. We noemen onszelf een bewonerscollectief, maar representeren geen specifieke wijk. stRaten-generaal (SG) is een open organisatie zonder vast ledenbestand. We leggen ons toe op concrete dossiers rond duurzaamheid en leefbaarheid, zoals bijvoorbeeld nu de Oosterweelverbinding. SG beperkt zich echter niet tot het uitwerken van een dossier en mogelijke alternatieven, maar ijvert ook voor een grotere inspraak van de betrokken bewoners in de besluitvorming.

Bij stRaten-generaal bent u verantwoordelijk voor de opvolging van het dossier rond de ontsluiting van de Antwerpse Ring. Waarom bent u tegen de plannen van de Oosterweelverbinding?

Manu Claeys: Als de plannen van de BAM (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel) worden uitgevoerd, gaat men dwars door de stad één van de drukste autostrades van Europa aanleggen voor zwaar vrachtvervoer. Het huidige traject voorziet in een viaduct (de Lange Wapperbrug) temidden van dicht bewoonde stadsdelen, dat is een stedenbouwkundige ramp. Wie wil er nu onder of naast een viaduct wonen?
Niet alleen de leefkwaliteit wordt door het lawaai en de uitstoot van stofdeeltjes bedreigd. Het huidige ontwerp is ook een ramp op vlak van mobiliteit. Het voorgestelde traject zal voor een verkeersinfarct aan het Sportpaleis zorgen, waar de opritten van het viaduct geforceerd zullen worden op de plaats waar nu al verschillende autostrades samenkomen.

Wat we de BAM ook verwijten is dat ze weigeren informatie te geven over hun project en dat ze weigeren op een ernstige manier over alternatieven te discuteren. Wij zijn de enigen in Antwerpen die over de bouwplannen van BAM beschikken. Zelfs de districtsbesturen krijgen die niet te zien. We hebben het recht om die plannen te bestuderen moeten afdwingen via de wet op de openbaarheid van bestuur. De BAM beseft namelijk dat wanneer de concrete plannen bekend raken er een golf van protest zal volgen.

Er wordt in Antwerpen toch veel aandacht besteed aan het organiseren van voldoende inspraakmomenten voor de burgers?

Manu Claeys: Er is een Planningscel die goed werkt en men bestelt veel studies voor men overgaat tot grote werken, maar je blijft toch merken dat er twee fases zijn in de besluitvorming.
In een eerste gesloten fase is er vooral overleg tussen de grote belangengroepen. De Stad, de Lijn, de Kamer van Koophandel, de Antwerpse Waterwerken, de Vlaamse overheid enzovoort komen dan samen om een plan uit te tekenen, waarbij vooral wordt gelet op het tegemoetkomen aan hun verschillende belangen. Uiteindelijk wordt dat dan samen gezet in een zogenaamd Masterplan.

Pas daarna komt men in de tweede fase, waarbij men die bereikte consensus tussen de grote belangengroepen gaat voorstellen in de betrokken wijken. Het probleem is dat op dat moment al heel veel zaken vastliggen en dat de buurtbewoners zelf daar nog weinig of niets aan kunnen veranderen. Wij vragen niet dat men bij iedereen persoonlijk gaat aanbellen om een mening te vragen, maar wel dat bij het opstellen van een Masterplan voldoende rekening wordt gehouden met de stem van de mensen die effectief in die wijken wonen. Nu gebeurt dat vaak totaal niet.

U verwijt het stadsbestuur en burgemeester Patrick Janssens te weinig open te staan voor inspraak van buurtbewoners.

Manu Claeys: Inderdaad, men antwoordt zelden inhoudelijk op de argumenten van critici. Je krijgt te horen dat je te vroeg bent en dat er nog niets vastligt of dat je te laat bent en dat er niets meer kan veranderd worden. Vaak probeert men ook kritische stemmen te isoleren of te marginaliseren.
Janssens gebruikte die truc onlangs nog om mijn kritiek over het Oosterweeldossier naast zich neer te leggen. Hij stelde dat de kritiek vanuit de politieke oppositie kwam, omdat ik ooit op een lijst van Groen! heb gestaan, en daarmee was de kous af. Tegen andere mensen wordt gezegd dat ze niemand vertegenwoordigen en dat dus ook niet naar hen geluisterd moet worden. Er is echt koudwatervrees om over dit soort dingen een inhoudelijk debat te voeren.

Een aantal actiecomités heeft zich nu verenigd in Antwerpen in Actie (A!A) om deze houding aan te klagen.

Manu Claeys: Progressieve mensen in Antwerpen hebben lang gezwegen, omdat ze schrik hadden dat in actie komen tegen het stadsbestuur in de kaart van het Vlaams Belang zou spelen of dat ze bestempeld zouden worden als verzuurden. De laatste jaren is daar verandering in gekomen, omdat velen ervan overtuigd raken dat bepaalde zaken echt niet door de beugel kunnen. A!A is een overkoepeling van verschillende buurt- en actiegroepen, die allemaal steeds op dezelfde muur botsen bij het stadsbestuur. Dat bestuur wil inspraak op een laag pitje houden, of dat nu over de Oosterweelverbinding, de daklozenproblematiek of de afbraak van het Zeemanshuis gaat.

Welke meerwaarde kunnen buurtbewoners hebben bij het uittekenen van grote bouwprojecten?

Manu Claeys: Volgens mij zijn burgerinspraak en –activisme een essentieel onderdeel van de democratie. Een goed voorbeeld is de strijd die ik zelf mee heb gevoerd rond de heraanleg van het Kievitplein. Men wou daar in het midden van het stadscentrum een gigantisch kantorencomplex neerpoten, dat alle leven uit die wijk zou wegnemen. Met het actiecomité De Ploeg, een overkoepeling van acht bewonersgroepen uit de Kievitwijk, hebben we dan een alternatief plan uitgetekend, dat zowel rekening hield met de nood aan kantoorruimte als met het sociale weefsel in een wijk.
We zijn daarmee naar de projectontwikkelaar gestapt, die ons op veel punten gelijk gaf. Hij vroeg waarom we daar niet eerder mee naar hem gekomen waren, terwijl wij op dat moment al twee jaar aan het protesteren waren tegen de plannen van het stadsbestuur en de Vlaamse overheid. Het is enorm belangrijk van niet alleen ergens tegen te zijn, maar ook een alternatief uit te werken.

Mark Kennes
(verscheen in Solidair, 2 april 2008)

Print deze pagina... enkel als het niet anders kan!